logo

Hoofdstuk 6
Geheugen, Set, Reset, Impuls, ...relais.

 

 

     Inleiding...

Het licht op je slaapkamer kun je met 1 schakelaar aan en uitzetten. Voor machines worden soms aparte aan en uit schakelaars gebruikt.

Deze schakelaars worden indrukkers of uitdrukkers genoemd.

Een indrukker is vergelijkbaar met de knop van de voordeurbel.

De hiernaast getekende schakelaar geeft een signaal door wanneer de knop ingedrukt wordt.

Hiernaast staat het symbool van deze
indrukker.

De machine werkt alleen maar zolang je de knop indrukt.

Op die manier kun je natuurlijk niet werken. We gebruiken een geheugen om de knop 'ingedrukt' te houden.

De machine moet ook uitgezet kunnen worden.

De hiernaast getekende schakelaar geeft een signaal door wanneer de knop NIET ingedrukt wordt.

We noemen deze daarom een uitdrukker.

Hiernaast staat het symbool van deze uitdrukker.

Druk je beide knoppen gelijktijdig in, dan mag de machine niet aangaan.

In dit hoofdstuk bekijken we hoe je deze schakeling met een gewoon relais en met het Easyrelais maakt.

     Het relais in een stroomkringschema.

In een eerdere les is het relais besproken. We bekijken eerst hoe je een relais in een stroomkringschema tekent.

Hiernaast is een stroomkringschema getekend met...

  • een indrukker.
  • een relais. (K1)
  • 2 contacten.
    (k1-1 & k1-2)
  • drie lampen.
    (E1; E2; E3)
Het relais wordt als een rechthoek getekend en heet K1.

Dit relais heeft 2 contacten.
k1-1 en k1-2.

k1-1 is een maakcontact. k1-2 is een wisselcontact.

Klik met de muis
op de groene knop. Bekijk aandachtig wat er gebeurd.

  • In de ruststand brandt E2 omdat deze lamp op een verbreekcontact aangesloten is.
    -
  • Wanneer je de groene knop bedient loopt er stroom door het relais K1. De contacten k1-1 en k1-2 worden dan meteen omgezet.
    -
  • Laat je de groene knop los, dan zullen in K1 en de contacten k1-1 en k1-2 terugveren.

De contacten van een relais hebben dezelfde voornaam. Omdat een relais meerdere contacten kan hebben. is er een volgnummer.

k1-1 is dus het eerste contact van relais K1.
k1-2 is dus het tweede contact van relais K1.

De contacten worden met een stippellijn verbonden met het relais.

Voor de duidelijkheid zijn de relais contacten hier even hoog getekend als het relais zelf. Normaal gesproken staan de contacten hoger in het schema.

Zet het hiernaast staande ladderdiagram in het Easy relais.

Test daarna of de werking gelijk is aan het hierboven getekende stroomkringschema.

     Werkdiagram. (Relais.)

Het Easy relais programmeer je in ladderdiagram.

Voor een goed overzicht worden de schakelvoorwaarden in een werkdiagram getekend.

In een werkdiagram...

  • staan vertikaal aan de linkerkant de aangesloten onderdelen. (K1; E1; E2 enz.)
  • staat horizontaal de tijd.

Naast elk onderdeel wordt met een lijn aangegeven of het aktief is.

Is de dikke lijn hoog, dan is dat onderdeel aktief.

Is de dikke lijn laag, dan is dat onderdeel niet aktief.

Klik op Tijdlijn
en verplaats zo deze manier de verticale lijn.

Klik op Inkleuren om duidelijk het verschil tussen hoog en laag te zien.

Dit werkdiagram hoort bij het bovenstaande stroomkringschema en ladderdiagram.

Het hiernaast staande ladderdiagram staat al in het Easy relais.

Test of de werking gelijk is aan het hierboven getekende werkdiagram.

     Het overneemcontact. (Geheugenfunctie.).

We kunnen een relais gebruiken als geheugen. Dit geheugen 'onthoudt' welke knop (Groen of Rood) het laatst ingedrukt is.

Een relais in een stroomkringschema wordt als een rechthoek met een schuin streepje er in getekend. De naam wordt er naast gezet.

In het schema hiernaast heet dat relais K1.

Alle contacten van dit relais beginnen met dezelfde letter.

Van het relais K1 loopt een stippellijn naar elk contact.

k1-1 is het eerste (maak) contact van relais K1.

k1-2 is het tweede (wissel) contact van relais K1

Klik met de muis op de rode en de groene knop. Bekijk aandachtig hoe het werkt.

  • Wanneer je de groene knop bedient zal er stroom door het relais K1 gaan. De contacten k1-1 en k1-2 worden dan direct bediend.
    -
  • Laat je de groene knop los blijft het relais aktief door contact k1-1.
    -
  • Bedien je nu de rode knop wordt de hele stroomkring verbroken.
    Het relais K1 en dus ook de contacten k1-1 en k1-2 schakelen uit.

     Toepassing van het overneemcontact.

Deze schakeling wordt gebruikt voor het aanzetten van machines.
De reden is als volgt...

  • Wanneer de hoofdschakelaar uitgezet wordt of een zekering kapot gaat, zijn alle aangesloten machines uitgeschakeld.
  • Komt de spanning weer terug, dan kan de machine niet vanzelf weer gaan draaien.
  • Elke machine moet weer apart aangezet worden.

Bij een gewone aan/uit schakelaar zou de machine wel 'vanzelf' weer gaan werken. Er kan dan een gevaarlijke situatie ontstaan.

In het vervolg zullen we deze schakeling een SET / RESET schakeling noemen.
Dit wordt ook nog wel eens Flip / Flop genoemd.

'to SET' kun je vertalen met 'Aanzetten'.

'to RESET' kun je vertalen als 'Uitzetten'.

     Werkdiagram. (Overneemcontact.)

Het werkdiagram is wel iets ingewikkelder.

Neem de tijd om te begrijpen wat het allemaal voorstelt.

Hier kun je zien wat er gebeurd wanneer beide knoppen gelijktijdig indrukt worden.

Verplaats de tijdlijn over het diagram.

Probeer te begrijpen wat er gebeurd.

Vergelijk de relais schakeling met het werkdiagram.

     De geheugenfunctie van Easyrelais.

De geheugen functie kan op verschillende manieren in het Easyrelais ingevoerd worden.
We bekijken er een paar. ________________________________________

Met overneemcontact.

In het stroomkringschema is het relaiscontact (k1-1) parallel aangesloten op het maakcontact. (aan).

Dit contact wordt vaak het 'overneemcontact' genoemd.
Het overneemcontact neemt het doorlaten van de stroom 'over'.

Voor de aan schakelaar wordt I2 van het Easyrelais gebruikt.

Voor het overneemcontact k1-1 wordt Q1 van het Easyrelais gebruikt.

In het ladderdiagram worden deze contacten ook parallel aangesloten.

Voor de uit schakelaar gebruik je I1 van het easyrelais. Omdat het een verbreekcontact is staat er een streepje boven de I.
Gebruik de ALT toets om de 'niet' in te voeren.

Omdat een ladderdiagram 90 graden verdraaid is,
komen ze onder elkaar te staan.

Zet het hiernaast staande ladderdiagram in het Easy relais.

Test daarna of de werking gelijk is aan het hierboven getekende stroomkringschema en het werkdiagram.

Kijk wat er gebeurd wanneer je ingang 1 AND 2 gelijktijdig bedient!
________________________________________

Met Set en Reset relais.

Tot nu toe hebben we elke uitgang als volgt aangegeven.

{Q1 voor uitgang 1
{Q2 voor uitgang 2 enzovoort.

De accolade { geeft aan dat het een gewone schakelaar functie is. Dat houdt in dat Q1 (uitgang 1) aan is zolang er signaal op staat.

Wanneer je het hiernaast staande ladderdiagram 'runt' wordt het misschien duidelijker.

De uitgangen 1 tot en met 4 zijn alleen aan zolang de bijbehorende ingang aan staat.

Bij de vorige schakeling hoefde je de knop niet blijvend in te drukken. het overneemcontact deed dat als het ware.

In het Easy relais zit een Set en ReSet functie. Je hoeft dan niet meer een overneem contact te gebruiken

Zet het hiernaast staande ladderdiagram in het Easy relais.

Ingang 1 is verbonden met SQ1 en {Q2.
Ingang 2 is verbonden met RQ1.

  • Wanneer je ingang 1 bedient zullen uitgangen 1 en 2 aangezet worden.
  • Wordt ingang 1 niet meer bediend, zal alleen uitgang 2 uitgezet worden.

  • Uitgang 1 moet je uitzetten door ingang 2 te bedienen.

'Run" het progamma en test het.

Je ziet dat in het easy relais voor de SET een overneemcontact ingebouwd is.
________________________________________

Met impulsrelais.

Een 'impuls' is een kort signaal.

Een impulsrelais wordt aangestuurd met korte signalen. De bedienings schakelaars of ingangen hoeven dus maar kort ingedrukt te worden.

Op een impulsrelais hoef je maar 1 schakelaar aan te sluiten. Druk je op deze schakelaar, dan schakelt het relais om. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de grootlicht schakeling van een auto. (Volkswagen dacht ik.)
Een ander voorbeeld is de Caps Lock toets van het toetsenbord.

Het eenvoudigst kun je dit bekijken met een programma in het easy relais.

Voordat je het programma invoert, moet je de docent vragen of hij de P-toetsen wil activeren.

Zet het hiernaast staande ladderdiagram in het Easy relais.

'Run" het progamma en test het.

  • Wanneer je ingang 1 kort bedient dan zal uitgang 1 geset worden.
  • Bedien je daarna nogmaals (kort) ingang 1, dan wordt uitgang 1 gereset.

Hetzelfde geldt voor uitgang 4 die 'verbonden' is met ingang 2.

De P2 en P4 in het programma zijn de pijltoetsen op het Easy relais. Daar kun je de uitgangen ook mee besturen.

Deze toetsen moeten dan wel geactiveerd zijn. Tevens moet het Easy relais in het 'hoofdmenu' staan.


     Samenvatting.

Een indrukker is een maakcontact.

Een uitdrukker is een verbreekcontact.

Met het Easy relais kun je eenvoudig van een indrukker een uitdrukker maken door de NOT functie te gebruiken.

Een overneemcontact staat parallel (naast elkaar) aan het contact dat 'overgenomen' wordt.

Een indrukker en een uitdrukker worden meestal in serie (achter elkaar) aangesloten.

De contacten van relais K1 worden aangeduid met k1-1; k1-2 enzovoort..

To Set is Engels voor AANzetten.

To ReSet is Engels voor UITzetten.

In een werkdiagram teken je wat de invloed is van de signalen.

________________________________________

Dit is het einde van hoofdstuk 6.

Maak nu alle opdrachten van dit hoofstuk in je werkboek.
________________________________________

 

________________________________________